Wat is futures thinking?
Futures studies, futures thinking, forecasting, backcasting, de woordenschat van mijn vakgenoten en ik – trendverkenners en toekomstonderzoekers – is net zo groot en vaag als ons onderwerp van onderzoek, namelijk de toekomst. Futures studies betekent zoveel als nadenken over de toekomst, maar suggereert vooral dat het een bezigheid is voor de studeerkamer en niet voor het echte leven. Futures thinking wil natuurlijk zeggen dat er wordt nagedacht over de toekomst. Of eigenlijk over toekomsten, want er is niet een toekomst denkbaar, dat zijn er meerdere. Dus nadenken over toekomsten, dat is wat wij doen? Jawel, maar wat mij betreft houdt het daar niet mee op. Maar laat ik beginnen bij het begin.
Denken
We – ja jij ook – kunnen op verschillende manieren nadenken over de toekomst, nu even voor het gemak in enkelvoud. We kunnen kijken naar verschillende trendniveaus: korte, middellange en lange (micro, macro, mega) termijn. De factoren die van invloed zijn op maatschappelijke veranderingen (DESTEP) kunnen ook het vertrekpunt voor onze gedachtegang zijn. We kunnen ons bovendien verdiepen in verschillende horizonnen (Three Horizons – Bill Sharpe) voor verschillende toekomsten. En we kunnen natuurlijk ook nadenken over de toekomst van verschillende gebieden, de toekomst van werk, geld, onderwijs, wonen en dergelijke. Al dat verkennen en nadenken heeft tot doel om beter te begrijpen wat de toekomst is en welke toekomsten mogelijk of waarschijnlijk zijn, of juist niet. Je doet op deze manier inzichten op over ontwikkelingen die zich voordoen. En je leert na te denken over de gevolgen van trends op je organisatie, je werk of je leven.
Dromen
Maar de toekomst is echt niet alleen maar een bezigheid voor het denken. En zeker niet alleen maar van rationeel en systematisch denken. Hoe de wereld er over korte, middellange of lange termijn uit zal zien, is ook een kwestie van idealen, van hoop en verlangen, van dromen en nachtmerries. Toekomsten kunnen niet alleen maar worden verkend door na te denken maar ook door te kijken, te voelen, te luisteren. Het is ook een zintuiglijke en intuïtieve aangelegenheid. De toekomst ontstaat niet objectief op basis van voldoende bewijsmateriaal omdat we geen rationele wezens zijn. Voor de meer emotionele manier van toekomstonderzoek zijn geluiden, geuren, smaken en beelden nodig, foto’s en films, maar ook schilderijen, kunsttentoonstellingen, dansvoorstellingen. Denk bijvoorbeeld aan de tentoonstelling The Weather Project van Olafur Eliasson in Tate Modern in Londen die bezoekers een existentiële ervaring bood in de vorm van een ontmoeting met de oppermachtige zon.
Doen
Maar er is meer. Behalve denken en dromen is de toekomst, zijn onze toekomsten, vooral een kwestie van doen. Zo vreemd is dat trouwens niet. Hoewel het maken van plannen voor kerstdiners en skivakanties in deze periode lastig is, hebben we allemaal een agenda die we zelf invullen of noodgedwongen laten invullen door al of niet voorziene omstandigheden. Maar die we het liefst in willen vullen met wat we het leukst, mooist of belangrijkst vinden. Dat noemen we ook wel strategic foresight. Dat betekent zoveel als de inzichten die je hebt opgedaan tijdens het nadenken en de ideeën die je hebt bedacht terwijl je droomde over de toekomst omzetten in actie. Strategic foresight is dus de toekomst die je doet. Dat kan betekenen formuleren wat je niet meer wilt doen en niet gaat doen. Maar dat is vooral nadenken over wat je op de lange, middellange en korte termijn kunt doen en wilt doen. En vervolgens een actieplan maken voor hoe (wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom) je dat gaat doen.
Hilde Roothart, trendonderzoeker en toekomstmaker i.o.